Ondervoeding

Door uw ziekte heeft u misschien minder trek of kunt u minder eten en drinken door bijvoorbeeld benauwdheid of misselijkheid. Het kan zijn dat u daardoor onbedoeld afvalt of zelfs ondervoed raakt. En dat terwijl u voor snel en goed herstel juist extra energie en eiwit nodig heeft. Ook bij overgewicht kan er sprake zijn van ondervoeding. U verliest dan geen vet maar kostbaar spierweefsel. Ouderen en mensen met meerdere aandoeningen of kanker hebben een verhoogd risico op ondervoeding.

Hoe kunt u voorkomen dat u afvalt?
In het ziekenhuis houden we uw gewicht goed in de gaten. U wordt minimaal één keer per week gewogen. U kunt zelf helpen door goed te blijven eten, ook als u minder trek heeft. Probeert u toch van alle maaltijden wat hapjes en slokjes te nemen en neem wat extra's tussendoor. Alle beetjes helpen. Het is verder belangrijk dat we op tijd starten met de behandeling of het voorkómen van ondervoeding. Bij uw opname vraagt de verpleegkundige daarom naar uw eetlust, gewicht en eventueel gewichtsverlies. Met een vragenlijst gaat ze na of u ondervoed bent of risico loopt op ondervoeding.