Slijtage vingergewricht (PIP)

Het PIP-gewricht is het middelste gewricht van de vinger (knokkel). Op de botjes van het gewricht zit een laagje kraakbeen. Door dit kraakbeen kunnen de botjes soepel ten opzichte van elkaar bewegen. Bij slijtage (artrose) wordt het laagje kraakbeen steeds dunner, of verdwijnt helemaal. Slijtage is een natuurlijk proces bij het ouder worden. Maar het kan ook het gevolg zijn van langdurige (over)belasting of een directe beschadiging door een botbreuk.

Wat merkt u van slijtage van een vingergewricht (PIP)?
Bij slijtage kunt u last hebben van:

• pijn doordat de botten over elkaar schuren
• het gewricht is minder beweeglijk en stijf, vooral ’s ochtends
• het gewricht wordt dik: door ophoping van vocht of vorming van extra bot aan de rand van het gewricht