Er zijn verschillende gehooronderzoeken, zoals:
- toonaudiometrie: we gaan na welke geluiden en welke geluidssterkte u wel en net niet meer hoort
- spraakaudiometrie: we gaan na wat u nog hoort van gesprekken
- tympanometrie: we gaan na of uw middenoor met het slakkenhuis goed functioneert
Voor jonge kinderen zijn er speciale onderzoeken:
- observatie-audiometrie: door observatie van het gedrag van uw kind proberen we na te gaan welke geluiden het wel en waarschijnlijk niet hoort
- visuele beloningsaudiometrie: door uw kind te belonen voor het reageren op geluid, kunnen we een behoorlijk betrouwbare gehoortest afnemen
- spelaudiometrie: als uw kind een piepje hoort, mag het een blokje in de doos doen bijvoorbeeld
- spraakaudiometrie: uw kind wijst een plaatje aan bij het woord dat het hoort
De onderzoeken worden meestal na verwijzing door de KNO-arts in het audiologisch centrum uitgevoerd.
Hoe verloopt een hoortest?
Bij oorklachten inventariseert de KNO-arts uw klachten en kijkt uitgebreid in uw oor. Met een stemvork doet de KNO-arts vaak een eerste gehooronderzoek. Als dat nodig is, volgt uitgebreider onderzoek.
Dit onderzoek wordt gedaan door een:
- KNO-arts
- akoepedist: dit is een medewerker die gespecialiseerd is in het uitvoeren van gehooronderzoek
Afhankelijk van de uitkomsten van een onderzoek bespreekt de KNO-arts de mogelijke behandeling met u.
Hoorcarrousel
In sommige gevallen verwijst uw (huis)arts u direct door naar onze hoorcarrousel. Met één bezoek aan het ziekenhuis bezoekt u de KNO-arts en worden er uitgebreide hoortesten verricht. Na de hoortesten geeft de audiologisch medewerker u uitleg over het eventueel aanpassen van het hoortoestel. Daarnaast wordt er een rapport opgesteld voor de audicien en de verzekeraar.
Websites