Het polsgewricht bestaat uit 8 handwortelbeentjes en de uiteinden van het spaakbeen en de ellepijp in de onderarm. Een van deze handwortelbeentjes (scaphoid: scheepvormig handwortelbeentje) kan bij een val op een uitgestrekte hand breken. Door slechte doorbloeding bestaat de kans dat het handwortelbeentje onvoldoende geneest. Dit wordt non-union genoemd. Als dit niet snel wordt behandeld, ontstaat vroegtijdige slijtage (artrose) van de pols. Bij slijtage wordt het laagje kraakbeen op de botten steeds dunner, of verdwijnt helemaal. Afhankelijk van de ernst van uw klachten zijn de volgende behandelingen mogelijk:
- ontstekingsremmende en pijnstillende medicijnen
- afneembare spalk
- injectie met ontstekingsremmende corticosteroïden
Heeft u hier geen of onvoldoende baat bij? Of heeft u ernstige klachten? Dan kunt u in overleg met uw handchirurg een van de volgende operaties overwegen:
- LCTH-artrodese: het polsgewricht wordt vastgezet
- LCTH-artrodese: het polsgewricht wordt gedeeltelijk vastgezet en het scheepvormig handwortelbeentje wordt verwijderd
- eerste rij handwortelbeentjes wordt verwijderd (proximale rij carpectomie)
- polsprothese: het versleten gewricht wordt vervangen door een kunstgewricht (als de andere ingrepen niet mogelijk zijn)
Hoe bereidt u zich voor op behandeling van slijtage van de pols (non-union scaphoid)?
De handchirurg legt u goed uit hoe u zich op de behandeling, een eventuele operatie en de periode van herstel kunt voorbereiden.
Wat kunt u na de behandeling verwachten?
Als een gewricht (gedeeltelijk) vastgezet is of bij verwijdering van de eerste rij handwortelbeentjes kunt u de pols minder goed bewegen, maar wel zonder pijn belasten. Bij een polsprothese blijft enige beweeglijkheid behouden en heeft u geen pijn meer.
Websites
Geen websites gevonden.