Bloed bevat bloedcellen en vervoert voedingsstoffen, bouwstoffen en afvalproducten. Bij ziekte komen van bepaalde stoffen te veel of van andere juist te weinig voor in het bloed. Of er komen ziekteverwekkende micro-organismen in voor die een infectie kunnen veroorzaken. Met bloedonderzoek kunnen we nagaan of en welke ziekte uw kind eventueel heeft. Bloedonderzoek geeft ook een indruk van de conditie van vitale organen zoals het hart en de longen.
Hoe verloopt bloedonderzoek?
Een laborant legt u en uw kind eerst uit waar het bloed wordt geprikt: meestal in de arm of de hand, soms in de vinger. Dit hangt af van hoeveel bloed nodig is voor het onderzoek, één of meer buisjes. Bij baby’s wordt in de hiel geprikt. Uw kind krijgt een pleister op het wondje.
Stuwband
Wordt er bloed uit de arm afgenomen? Dan krijgt uw kind een elastische stuwband om de bovenarm. Dit maakt het gemakkelijker om de ader te vinden.
Hoe bereidt u zich voor op bloedonderzoek?
Voor bloedonderzoek is geen speciale voorbereiding nodig. U hoeft voor bloedafname bij uw kind geen aparte afspraak te maken. Wilt u de volgende papieren van uw kind meenemen:
- zijn/haar afsprakenkaart met registratie-etiket
- zijn/haar identiteitsbewijs
- het aanvraagformulier met de gegevens van uw kind
Het kan zijn dat uw kind voor zijn/haar bloedafname nuchter moet zijn. Als dat zo is, dan hoort u dat van de behandelend arts.
Zo bereidt u uw kind goed voor op bloedprikken
Veel kinderen vinden bloedprikken (een beetje) spannend. Uw kind zal minder angstig zijn als u eerlijk vertelt wat er gaat gebeuren. Leg uit dat het prikje even pijn doet, maar dat de pijn snel over is.
In overleg krijgt uw kind een pleister met verdovende zalf
Wordt uw kind in de arm of hand geprikt? Dan kan de kinderarts eventueel in overleg een pleister met verdovende zalf voorschrijven. Plak deze pleister minstens 1 uur van tevoren op de prikplaats. Wordt uw kind in beide armen geprikt? Dan moet u ook op beide armen een pleister plakken.
Praktische tips
We geven u de volgende praktische tips om uw kind zo goed mogelijk te begeleiden bij bloedonderzoek:
- blijf rustig, troost uw kind en geef uw kind een veilig gevoel. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik ben bij je, ik zal je helpen’, enzovoort
- als uw kind ontspannen is, voelt het minder pijn. Laat uw kind daarom tijdens het bloedprikken op uw schoot zitten. Meestal kan dit
- neem uw baby op schoot, streel uw baby en laat uw baby op een speentje zuigen
- laat de favoriete knuffel van uw peuter of kleuter meedoen. Of leid de aandacht af door een verhaaltje te vertellen of een prentenboek te bekijken
- is uw kind al wat ouder? Laat het dan bijvoorbeeld een raadsel oplossen, vertel een verhaaltje of zing samen een liedje
Dit kunt u beter niet doen:
- dreig niet met inhouden van zakgeld of weglopen als het kind erg angstig is en niet meewerkt
- haal uw kind niet over om mee te werken door een groot cadeau te beloven
- zeg niet dat het geen pijn doet
Praat nog even na
Praat nog even na met uw kind. Vraag bijvoorbeeld hoe het ging en of het veel pijn deed. Zo helpt u uw kind het beste om deze ervaring te verwerken.
Servicepunten en priklocaties bloedafname
Naast bloedafname bij het afnamelaboratorium in het ziekenhuis, zijn er diverse prikpunten bij u in de buurt waar dat mogelijk is. U vindt locaties en openingstijden op de website van Starlet DC.
Websites