Bij sommige operaties is het mogelijk narcose of een ruggenprik (spinaal anesthesie) te combineren met een plaatselijke verdoving, een zenuwblokkade. In het gesprek met de anesthesioloog of anesthesiemedewerker wordt dit vooraf met u besproken. Bij een zenuwblokkade wordt een gedeelte van het lichaam tijdelijk gevoelloos en soms ook bewegingsloos gemaakt. Hierdoor heeft u direct na de operatie minder of geen pijn. Soms kan een operatie ook plaatsvinden met alleen een zenuwblokkade. Narcose of een ruggenprik is dan niet nodig.