Als een kind tegen het einde van de zwangerschap nog met het hoofd naar boven ligt, oftewel in stuitligging, wordt als eerste gekeken of het kindje in hoofdligging kan worden gedraaid. Als dit niet mogelijk is of niet lukt dan wordt – afhankelijk van de situatie – gekozen voor een keizersnede of een natuurlijke stuitbevalling. Belangrijke voorwaarden voor een stuitbevalling zijn dat:
- het kind niet te zwaar is (geschat minder dan 3500 gram)
- het kind in onvolkomen stuitligging ligt (de beentjes liggen languit omhoog langs het lichaam)
- de stuit van het kind al wat ingedaald is in het bekken van de moeder
- het bekken van de moeder normaal gevormd is
En tijdens de bevalling:
- moet de ontsluiting normaal verlopen (1 cm per uur)
- moet de stuit verder indalen
- moet de stuit bij het persen duidelijk verder komen
De geboorte van een kind in stuitligging duurt gemiddeld even lang als een normale bevalling.
Hoe bereidt u zich voor op een stuitbevalling?
De gynaecoloog geeft u voortijdig uitgebreid informatie over de stuitbevalling. De kraamafdeling organiseert regelmatig een voorlichtingsbijeenkomst over (voorbereiding op) bevallen in het ziekenhuis.
Kraamzorg en controle
Het is belangrijk dat u altijd van tevoren kraamzorg regelt, bij voorkeur bij een erkend kraamzorgbureau. Verder is het belangrijk dat u een afspraak maakt met een verloskundige die u en de baby na ontslag uit het ziekenhuis controleert. Dit geldt óók als u onder begeleiding van een gynaecoloog in het ziekenhuis bevalt.
Websites
Geen websites gevonden.